Skip to main content

Lokalisatie in netwerkzorg hoogover

Context

Binnen netwerkzorg is vaak bekend wie de andere behandelaren zijn. Dit kan worden geïnventariseerd tijdens een intake van de patiënt. Dit geeft de betrokken partijen gelegenheid om elkaar op de hoogte te stellen van de behandelrelatie. Als dit bij alle partijen bekend is kan relevante informatie worden gelokaliseerd zonder gebruik te hoeven maken van een centrale index. Het opvragen van een zorgnetwerk is dan vergelijkbaar met het opvragen van andere zorggegevens.

Interacties tussen betrokkenen

We gaan uit van de situatie waarbij een patiënt in zorg komt bij een nieuwe zorginstelling. Er vindt een intakegesprek plaats en de vraag wordt gesteld wie andere relevante zorgaanbieders zijn (zoals huisarts en apotheek) en of er over de behandeling met deze zorgaanbieders informatie mag worden uitgewisseld. Indien dit het geval is worden andere behandelaren op de hoogte gesteld van de nieuwe behandelrelatie. We onderscheiden daarmee de volgende stappen:

lokalisatie-sequence-diagram.png

1. Intake en inventariseren netwerk

  • Patiënt geeft naam van de relevante zorgorganisaties. Deze worden vastgelegd in het dossier van de patiënt. Hiervoor wordt er binnen een adresseringfunctie gezocht op naam en uit de resultaten de juiste organisatie geselecteerd.
  • Patient geeft toestemming om informatie uit te wisselen met deze relevante zorgorganisaties. Deze toestemming wordt opgeslagen in het dossier van de patiënt.

2. Notificeren van de zorgorganisaties

Naar elk van de zorgverleners in netwerk, waarvoor er een toestemming is afgegeven, wordt een uitnodiging (notificatie) gestuurd waarin wordt verwezen naar het in kaart gebrachte netwerk in het dossier van de patiënt en het type zorg dat de patiënt ontvangt. Zie hiervoor ook Notified Pull gebaseerd op FHIR subscriptions

3. Ophalen van het behandelnetwerk

  1. De uitgenodigde behandelaar krijgt deze notificatie binnen in bijvoorbeeld een inbox. Het systeem van de ontvanger dient te controleren of de genoemde patiënt daadwerkelijk in zorg is door het BSN uit de notificatie te vergelijken met de patiëntenlijst. Als de patiënt in zorg is kan de zorgverlener deze notificatie openen, zich authenticeren en het behandelnetwerk ophalen. Eventueel kan de ontvanger een episode of rapportage aanmaken dat de patiënt onder behandeling is bij een andere arts voor een bepaalde behandeling.
  2. De uitnodigende organisatie moet bij het binnenkomen van het request voor het behandelnetwerk controleren of de raadpleger inderdaad (nog) onderdeel is van het behandelnetwerk voordat het behandelnetwerk mag worden overhandigd.